Afsluiting van het seizoen...

Voorbije seizoen…‘Kwantitatief’

ROBA blijft in de top-5 qua aantal atleten!

Soms is het niet slecht om eens even stil te staan, los van de wedstrijdhectiek, om onze grote ROBA-familie eens goed te aanschouwen en analyseren, en er zo nodig conclusies aan te koppelen. Het alsmaar korter wordend tussenseizoen is zo’n ideaal moment, vandaar onderstaande analyse.

Eerst en vooral mogen we best trots zijn op die grote groep atleten, van jong tot oud, die trouw zijn aan onze clubkleuren. Qua aantal officiële atleten (= borstnummers) moesten we het voorbije seizoen (2020-2021) alleen onze meerdere erkennen is slechts … 2 anders Vlaamse atletiekclubs, zijnde AC Herentals, die 840 nummers mochten uitdelen, en de West-Vlaamse fusieclub FLAC, die met 833 nummers ons met een neuslengte wisten te kloppen. Bij ons werden 830 borstnummers verdeeld over de diverse kernen, en daarmee hielden we netjes onze vrienden van DC Leuven (694 stuks) en AV Toekomst (601) achter ons. Op plaats zes komen we STAX Gent (535) tegen, voor hun stadsgenoten van RC Gent (434), Lyra (392), Looise (363) en ABES als 10°, met 359 borstnummers.

De provincie Antwerpen is met 30 teams het rijkst bedeeld qua aantal atletiekclubs, maar met maar liefst 10 clubs met minder dan 100 atleten (borstnummers), en 9 clubs die geen 200 atleten hebben
lijkt dit niet meteen een sterktebod te zijn. Limburg heeft slechts 11 officiële atletiekteams, en ook daar zijn er 6 die niet aan 200 borstnummers komen. Ook in West-Vlaanderen zijn er 11 clubs, maar daar zijn er maar 2 die de kaap van 200 nummers niet halen. Van de 17 Vlaams-Brabantse clubs hebben er 3 minder dan 100 nummers, en 6 die er niet in slaagden om 200 atleten aan zich te binden. Zes van de 21 Oost-Vlaamse teams zaten in diezelfde (<200) situatie.

Om bij die fameuze top-5 te horen moet een club over veel atleten beschikken, en dat netjes verdeeld over al de leeftijdscategorieën, van de benjamins tot en met de masters. En stilaan maar zeker zijn we qua aantal cadetten en scholieren aan het opschuiven in de goede richting, althans zuiver wat de ‘kwantiteit’ betreft. Geen enkele Vlaamse club heeft meer borstnummers bij de cadetten meisjes dan wijzelf, en ook bij de benjamins meisjes staan we op nummer één. Maar liefst 8 maal staan we op plaats twee, zijnde bij de benjamins jongens (alleen FLAC heeft er meer), de pupillen jongens (na FLAC) en pupillen meisjes (na AVT), de miniemen meisjes (na Herentals), de cadetten jongens (na FLAC), junior mannen (na DCLA), masters mannen (na Herentals) en masters vrouwen (na DCLA, gelijk met Herentals). ACHL en DCLA hebben meer scholieren jongens dan wij, en bij de seniors heren (pas 4°) en seniors dames (6° positie) zitten we al naast de top-drie. Onze zwakste team is dat van de junior dames, waar maar liefst 7 andere clubs ons kwantitatief kloppen.  

De uitdaging voor iedere club is en blijft zo veel mogelijk van haar jonge atleten (benj, pup, min) via de cadetten en scholierenlichting naar de juniors en finaal naar de seniorscategorie te loodsen.
Dit is de ‘natuurlijke’ opbouw van veruit de meeste clubs, met een eerste terugval tijdens die ‘midden-reeksen’ (cad/schol), en vervolgens een 2° terugval van junior naar senior.

Een 2° uitdaging is om uw atleten zo te ‘soigneren’ dat ze geen behoefte hebben aan ‘verhuizen’ naar een andere club. Van die 830  ROBA’s met een borstnummer voorbije seizoen, hebben er welgeteld 10 zich laten afschrijven, enerzijds omdat ze stoppen als atleet, anderen om zich te kunnen aansluiten bij een club dichter bij huis. In Diest en Wespelaar zijn de mensen zo gelukkig met de aangeboden ondersteuning en groepssfeer dat niemand in de pen is gekropen, en ook in Betekom en bij onze Oost-Vlaamse clubvrienden van de Berlare-kern is de ‘verbondenheid’ met onze grote ROBA-familie zondermeer uitstekend te noemen. Het beginnen publiceren van wedstrijdverslagen, waarin iedereen van groot tot klein, en van welke kern ook aan bod komen, heeft daar zeker toe bijgedragen, en ook de vriendschappelijke en respectvolle omgang met mekaar, over de kerngrenzen heen, is daar niet vreemd aan.  
Zelfs de mensen die niet meteen via een kern verbonden zijn aan onze club, ervaren dat respectvolle omgaan met iedereen, al staan ze in een duidelijk lossere positie binnen onze clubrangen. Denken we maar even aan de atleten die bij fondtrainer Bart Raes actief zijn, en de voorbije zomer zich op een prachtige manier in de kijker wisten te lopen, en daarbij dus op een formidabele wijze onze clubkleuren etaleerden. Voor hem en zijn atleten deed zich echter ‘dicht bij huis’ een opportuniteit voor, meer bepaald bij AC Waasland, waardoor trainer Bart, samen met Stijn Van Lokeren, Lieselotte Beck, Wendy Verhulst, Sarah Michels en Nina Lauwaert aldaar kunnen en zullen gaan trainen. Nina bijvoorbeeld woont zelf in Sint Niklaas, en hoe enorm spijtig dit ook is voor ons, toch moeten we dat ook in alle vriendschap accepteren en begrip voor opbrengen.   
Bart Raes schrijft ‘het voelt voor ons zeker raar aan, afscheid nemen van ROBA’… Jullie zijn er in geslaagd ons een zeer goed 'thuisgevoel' te geven ondanks de afstand. Dat blijven wij enorm waarderen. Ook de samenwerking verliep steeds vlot, net als de hartelijke ontvangsten op de momenten dat ik te Betekom kwam testen. Er zal voor ons steeds een speciale band naar ROBA blijven, dat is een feit. Ik wil jullie echt uitdrukkelijk en oprecht bedanken voor alles wat jullie gedaan hebben voor ons!
Ook Nina stuurde een mooi schrijven naar onze voorzitter, Paul en ondergetekende, waarin ze aangeeft zich altijd ‘thuis te hebben gevoeld’ bij ons. Ze schreef ondermeer ‘het voelt wat vreemd aan om ROBA te verlaten omdat we bij jullie in goede handen waren. Alles werd zeer goed geregeld altijd, we werden over alles geïnformeerd, inschrijvingen gingen sneller dan het licht. Kortom we zaten zeer goed. Het is uit praktische redenen dat ik aansluit bij Waasland. Ik ga jullie als persoon en club dus wel missen, uiteraard gaan we elkaar nog zien op wedstrijden. En dan hoop ik nog steeds een babbeltje te kunnen doen zoals vroeger, en ik dat de ROBA-volgers voor mij blijven supporteren. Als we haar niet geslaagde Amsterdamse marathon even buiten beschouwing laten, was Nina’s laatste optreden voor ons haar knappe zege in de Antwerpse 10 miles. We zagen haar stralende glimlach op TV, ’s avonds in de samenvatting op de VRT. Trouwens ook Cedric Van de Putte (mooie 10° in 51’04), Liz Romo (knap , in 57”53) en Stefanie D’haen (2° in haar catg !) kwamen daar uitstekend voor de dag.
Naast de 5 reeds genoemde atleten, die we in alle vriendschap het ‘allerbeste’ toewensen op hun nieuwe stek, kregen we ook nog een vraag tot ‘afschrijven’ binnen van de seniors Josephine Rondelée en Jordy Schollaert, en het mastertrio William Blancke, Ilse De Coninck en Jan De Raet. Ook deze 5 mensen wensen we uiteraard ‘alle goeds’ toe!
Er zijn natuurlijk ook atleten die de omgekeerde beweging maken, en aan onze clubdeur komen kloppen. Hierover later meer …

Groeten,

rudy